Verantwoording impact meten
Impactanalyse voor Vitens
Om een beter beeld te krijgen op welke manieren Vitens een positieve of negatieve bijdrage levert aan de maatschappij is Vitens in 2021 gestart met het meten en rapporteren van impacts. In dit jaarverslag nemen we voor de tweede keer een impactanalyse op. Daarnaast nemen we dit jaar voor het eerst in hoofdstuk 2 een maatschappelijke jaarrekening op. Hierin worden naast de impacts die gekwantificeerd zijn een aantal impacts opgenomen waar een kwalitatieve inschatting (impact van Vitens is negatief of positief) is gemaakt. Deze impactanalyse (zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve) borduurt voort op een eerder uitgevoerde Impact Journey met andere infra-organisaties, waar wij ervaringen hebben opgedaan op impactmeting.
Met deze impactanalyse maken wij een kleine volgende stap door vier impacts te kwantificeren en waarderen en grip te krijgen waar onze positieve en negatieve impacts zitten. Mede op basis van deze ervaringen kunnen wij de komende jaren onze impactanalyse verder uitbouwen.
Voortbouwen op bestaande methodes en data
Vitens hanteert de principes van een geïntegreerd jaarverslag. De impactanalyse is hier een verlengde van. Voor de uitwerking van de impactanalyse hanteren wij het Handboek impactmeting infrabedrijven (hierna 'Handboek'). In dit Handboek, voor het eerst gepubliceerd in september 2020 en geupdate in 2022, zijn richtlijnen en uitwerkingen voor en door netwerkorganisaties uitgewerkt. Het Handboek bouwt voort op het Framework for Impact Statements (2019) en IP&L Assessment Methodology Core (2020) van Impact Institute.
Scope
Scope van de waardeketen
Voor de berekeningen is uitgegaan van de waardeketen van Vitens. Hier onderscheiden wij ‘downstream’, eigen operaties en ‘upstream’.
Downstream zijn zakelijke klanten en huishoudens.
Eigen operaties zijn de operaties van Vitens.
Upstream zijn de leveranciers van onder andere materialen en diensten, en organisaties in de watercyclus zoals overheden.
Scope van impacts
Onderstaand figuur geeft impacts onderverdeeld in zes kapitalen (vormen van waarde): Financieel, Geproduceerd, Intellectueel, Natuurlijk, Sociaal en Menselijk. Het startpunt van de definitie en uitwerking van impacts is de standaardlijst van impacts voor infrabedrijven in het Handboek. Een selectie van deze impacts is gekwantificeerd in 2022 als vervolgstap op het eerdere werk uit 2021. De scope is ten opzichte van 2021 uitgebreid met het financiële kapitaal. Dit om meer inzicht te krijgen in de impact van Vitens op mens, natuur en financieel kapitaal. Voor de impact op mens, zijn twee impacts op medewerkers uitgewerkt en voor impact op natuur is bijdrage aan klimaatverandering uitgewerkt.
Kapitaal | Impact | 2022 |
Financieel kapitaal | Verscheidene impacts als betalingen aan leveranciers, werknemers, belastingen en financiële kosten klanten | In scope |
Geproduceerd kapitaal | Waardeverandering materiële assets | |
Welzijnswaardecreatie voor consumenten | ||
Welzijnswaardeverlies voor consumenten | ||
Waardecreatie voor zakelijke klanten | ||
Waardeverlies zakelijke voor klanten | ||
Digitale veiligheid: voorkomen van cybercrime en hacking | ||
Waarde inkoop goederen | ||
Intellectueel kapitaal | Waardeverandering immateriële assets | |
Technologische ontwikkeling | ||
Natuurlijk kapitaal | Schaars materiaalgebruik | |
Schaars watergebruik | ||
Bodemvervuiling | ||
Luchtvervuiling | ||
Watervervuiling | ||
Uitputting fossiele brandstoffen | ||
Bijdrage aan klimaatverandering | In scope | |
Landgebruik en -transformatie | ||
Natuurwaarde | ||
Sociaal kapitaal | Digitale veiligheid: schendingen van privacy | |
Bijdrage of beperking van ongelijkheid in de samenleving | ||
Maatschappelijk effect van diversiteit en inclusie | ||
Mensenrechtenschendingen in de waardeketen | ||
Verandering reputatie en vertrouwen | ||
Maatschappelijke waarde van infrastructuur | ||
Bijdrage aan verbeterde instituties en regelgeving | ||
Menselijk kapitaal | Ontwikkeling van werknemers | |
Welzijnseffect van het hebben van werk | In scope | |
Veiligheidsincidenten en verlies van welzijn in de omgeving | ||
Werkgerelateerde uitval en ongevallen van werknemers | In scope | |
Economische waarde van arbeid |
De geselecteerde impacts (bijdrage aan klimaatverandering, welzijnseffect van het hebben van werk en werkgerelateerde uitval en ongevallen en het financiële kapitaal) zijn vervolgens uitgewerkt naar enkele impactindicatoren op basis van materialiteit en haalbaarheid.
Impact Handboek | Impact-indicatoren |
Bijdrage aan klimaatverandering | Bijdrage aan klimaatverandering (direct - eigen organisatie) Bijdrage aan klimaatverandering (indirect - upstream) |
Beperking van klimaatverandering (direct - eigen organisatie) Beperking van klimaatverandering (indirect - upstream) | |
Welzijnseffect van het hebben van werk | Welzijnseffecten door het hebben van werk (direct – eigen operaties) |
Werkgerelateerde uitval en ongevallen | Niet-fatale ongevallen (direct – eigen operaties) Fatale ongevallen (direct – eigen operaties) Andere werkgerelateerde uitval (direct – eigen operaties) |
Financieel kapitaal | Betalingen aan leveranciers Balans van betaalde rente en ontvangen rente Betalingen aan werknemers Balans van betaalde belastingen en ontvangen subsidies Netto winst/verlies Overige betalingen door externe stakeholders aan de organisatie Betalingen door klanten Overige betalingen van de organisatie aan externe stakeholders |
Methode
Voor de geselecteerde indicatoren worden de impacts eerst gekwantificeerd. Vervolgens wordt bepaald welk deel van de gekwantificeerde impact toe te kennen is aan Vitens. Deze manier van impact verdelen noemen we attribueren.
De data die gebruikt is voor het meten van impact is primaire data over CO2-uitstoot, werknemers en cashflows, aangevuld met secundaire data voor impactmeting en -waardering.
Kwantificeren van impact
In de volgende hoofdstukken worden de impactberekeningen op deze manier opgebouwd:
Indicator – Definitie van impact-indicator.
Beperking – Uitleg over de aannames die gehanteerd worden bij de berekeningen.
Berekening – De berekening van de financiële waardering van impact, uitgedrukt in maatschappelijke kosten en baten.
Waardering – Een overzicht van de monetariseringscoëfficiënten gebruikt voor de berekeningen.
Bronnen – De bronnen van de input voor de berekeningen en een toelichting van de keuze voor deze bronnen, indien relevant.
Attributie – Het deel van de verantwoordelijkheid wat is toegekend aan Vitens.
Voor dit rapport gelden de volgende uitgangspunten:
Impact. De positieve en negatieve impact wordt per thema afzonderlijk geanalyseerd en gekwantificeerd aangezien deze niet direct met elkaar verrekend kunnen worden.
Beperkingen. Bij het berekenen van impacts worden criteria, uitgangspunten en aannames gehanteerd, deze worden – indien van toepassing - apart toegelicht.
Berekening. De toelichting op de berekening en de gebruikte bronnen is zo transparant mogelijk. Met experts (Impact Institute) en andere netwerkorganisaties wordt regelmatig afgestemd over de meest passende waarderingstechniek, de bijbehorende indicatoren en de beschikbare informatie.
Bronnen. Er wordt uitgegaan van recente bronnen.
Attributie. Er is gekozen om de impact te verdelen over de stakeholders in de waardeketen.
Attribueren van impact
Het attribueren van impact is een belangrijk onderdeel van het meten van impact. Bij waterbedrijven ontstaat namelijk veel impact buiten de eigen organisatie samen met andere organisaties. Zonder het toekennen van een deel van deze impact aan een waterbedrijf, kan de impact onevenredig groot zijn.
Impact wordt verdeeld met attributie. Er is nog geen breed gehanteerde of geaccepteerde methode om impact te attribueren. De netwerkorganisaties in het Handboek gaan uit van de methode beschreven in de IAM Supplement Impact Contribution. De impact in de waardeketen wordt verdeeld op basis van i) verantwoordelijkheid en ii) economisch toegevoegde waarde.
Impactberekeningen
In de volgende hoofdstukken worden de impactberekeningen van de drie geselecteerde impacts verder toegelicht.
Bijdrage aan klimaatverandering
Indicator
De impact bijdrage aan klimaatverandering wordt berekend op basis van broeikasgassen uitgestoten door de eigen organisatie en in de waardeketen. In scope zijn de zes broeikasgassen zoals gedefinieerd in het Kyoto Protocol: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofmonoxide (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFC’s), perfluorkoolstoffen (PFC’s) en zwavelhexafluoride (SF6). Een verdere toelichting op deze impact is te vinden in het Handboek.
Beperkingen
Het effect van broeikasgasemissies wordt los beschouwt van andere oorzaken voor klimaatverandering.
De maatschappelijke kosten van een ton CO2-equivalent (CO2-eq.) zijn geschat op basis van een studie van Kuik et al. (2009). Deze waarde volgt marginale abatement costs (abatement costs – de macro-economische kosten van het behalen van het Parijsakkoord) in lijn met de middelwaarde van milieuprijzen van CE Delft.
Berekening
Bijdrage aan klimaatverandering | Bijdrage aan klimaatverandering door broeikasgasemissies netbeheerder (direct - eigen organisatie) | Emissies Scope 1 * Monetariseringscoëfficiënt (EUR/kg CO2 eq) |
Bijdrage aan klimaatverandering door broeikasgasemissies netbeheerder (indirect - upstream) | (Emissies Scope 2 + Emissies Scope 3) * Monetariseringscoëfficiënt (EUR/kg CO2 eq) | |
Beperking van klimaatverandering |
Waardering
Monetariseringscoëfficiënt | Eenheid |
0,157 | EUR/kg CO2eq, zie Handboek impactmeting infrabedrijven |
Bronnen
Indicator | Bron |
CO2-eq-emissies Scope 1, 2 en 3 | Jaarverslag Vitens |
Attributie
Voor de directe bijdrage aan klimaatverandering ligt de primaire verantwoordelijkheid bij Vitens, waarbij een attributiefactor wordt gehanteerd van 69 procent. Voor de indirecte bijdrage aan klimaatverandering ligt de primaire verantwoordelijkheid niet bij Vitens, waarbij een attributiefactor van 19 procent wordt gehanteerd. De berekening van de attributiefactoren worden toegelicht in onderdeel Attributie.
Welzijn van werk
Indicator
Het welzijnseffect van het hebben van werk heeft invloed op zelfvertrouwen, autonomie, sociale relaties en status van werknemers. Het hebben van werk verhoogt het persoonlijke welzijn door middel van toegenomen sociale contacten en een gevoel van vertrouwen in de maatschappij. Ook draagt het bij aan een groter gevoel van eigenwaarde. De impact welzijn door het hebben van werk wordt berekend door de Life Satisfaction (LS) van werkenden te vergelijken met die van niet-werkenden en vervolgens te corrigeren voor inkomen. De impact van inkomen is onderdeel van financieel kapitaal en niet onderdeel van deze berekening. Een verdere toelichting op deze impact en gebruikte welzijnsfactoren is te vinden in het Handboek.
Beperkingen
Aangenomen wordt dat werknemers van Vitens niet structureel verschillen van de gemiddelde Nederlandse beroepsbevolking. Dergelijke structurele verschillen zijn onwaarschijnlijk aangezien Vitens geen specifieke selectie toepast op haar medewerkers en een grote groep medewerkers met diverse functies heeft.
De welzijnsfactoren zijn gecorrigeerd om het effect van salaris buiten beschouwing te laten. Dit effect komt namelijk terug in de impact betalingen aan werknemers op financieel kapitaal.
De berekening geeft een inschatting van het welzijn voor alle werknemers. In werkelijkheid verschillen de welzijnseffecten natuurlijk per werknemer. Met het oog op privacy en haalbaarheid wordt geen onderscheid gemaakt op basis van inkomen, opleidingsniveau of andere achtergrond informatie.
Berekeningen
Welzijnseffecten van het hebben van werk | Werknemers eigen organisatie (excl. werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt) * ((Gemiddelde werknemerstevredenheid NL - gemiddelde werknemerstevredenheid Vitens) * Gemiddelde toename levenstevredenheid van het hebben van werk) * Monetariseringscoëfficiënt |
Werknemers eigen organisatie met afstand tot de arbeidsmarkt * ((Gemiddelde werknemerstevredenheid NL - gemiddelde werknemerstevredenheid Vitens) * Gemiddelde toename levenstevredenheid van het hebben van werk per persoon met afstand tot de arbeidsmarkt) * Monetariseringscoëfficiënt |
Waardering
Monetariseringscoëfficiënt | Eenheid |
2.298 | EUR/levenstevredenheidspunt (schaal 0-100), zie Handboek impactmeting infrabedrijven |
Bronnen
Aantal werknemers | Jaarverslag Vitens |
Welzijnsfactoren | European Social Survey, zie Handboek |
Gemiddelde werknemerstevredenheid Nederland | CBS Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden |
Attributie
Voor welzijnseffecten van werk ligt de primaire verantwoordelijkheid bij Vitens. De gebruikte attributiefactor is 69 procent.
Werkgerelateerde uitval en ongevallen
Indicator
De impact van werkgerelateerde uitval en ongevallen op werknemers van Vitens wordt gedefinieerd als de afname in gezonde levensjaren, uitgedrukt in sociale kosten. Werkgerelateerde incidenten omvat fatale en niet-fatale ongevallen in de werkomgeving en het voorkomen van chronische stress. Dit is over 2022 alleen berekend voor incidenten binnen de organisatie (direct). Incidenten in de waardeketen (indirect) zijn hierbij nog niet in scope.
Beperkingen
Aangenomen wordt dat het ziekteverzuim dat niet als ‘werkgerelateerd’ vastgesteld is, geen relatie heeft met het werk bij Vitens.
De berekening geeft een inschatting van de gemiddelde schade per ongeval en uitvalsdag in de verschillende categorieën. In werkelijkheid verschillen de schade per geval en per persoon. Met het oog op privacy en haalbaarheid wordt aangenomen dat de gemiddelde schade een goede benadering geeft.
Berekeningen
Het verlies in welzijn van werknemers wordt gemeten aan de hand van de indicator Disability-Adjusted Life Year (DALY). Een DALY is een maat voor de totale last die ontstaat door ziektes: afname in zowel levensverwachting als levenskwaliteit. De werkgerelateerde uitval en ongevallen worden verdeeld in drie onderdelen: (i) niet-fatale ongevallen, (ii) fatale ongevallen, en (iii) ander werk gerelateerde uitval. De drie onderdelen worden nog verder verdeeld, zoals hieronder aangegeven:
Niet-fatale ongevallen: De incidenten binnen Vitens worden onderverdeeld in de categorieën: knellen/stoten/snijden, vallen/struikelen, verkeer, toxische stoffen ed., dieren, agressie (mensen) mentaal/fysiek, vuur, en overig worden gecombineerd met de DALY gegevens die verband houden met deze types gezondheidseffecten.
Fatale ongevallen: Worden bepaald op basis van het aantal sterftegevallen als gevolg van werk gerelateerde incidenten binnen Vitens, waarbij het aantal sterftegevallen wordt vermenigvuldigd met de waarderingscoëfficiënt voor fatale incidenten.
Andere werkgerelateerde uitval: Gezondheidsverlies dat niet door een ongeval is ontstaan wordt in deze categorie meegenomen. Er wordt hierbij een onderverdeling gemaakt in mentaal, fysiek & ergonomisch en overig. Uitval in de genoemde vormen wordt bepaald door middel van het aantal verzuimdagen en een wegingsfactor van arbeidsongeschiktheid. Voor fysieke gezondheidsproblemen is voor de wegingsfactor een gewogen gemiddelde voor klachten aan bovenste ledematen, rug en onderste ledematen genomen. De gewogen verzuimdagen worden per categorie (mentaal, fysiek en overig) vermenigvuldigd met een corresponderende factor voor de verminderde waarde van een levensjaar (disability weight) uit GBD (2017). Het totaal aantal Disability-Adjusted Life Year’s (DALY’s) ten gevolge van ander werkgerelateerde uitval wordt berekend als de som van de categorieën. Deze totale waarde wordt tot slot vermenigvuldigd met een waarderingscoëfficiënt van een DALY.
Ongevallen en uitval medewerkers | Welzijnsverlies door niet-fatale ongevallen eigen organisatie (EUR/jaar) + Welzijnsverlies door fatale ongevallen eigen organisatie (EUR/jaar) + Welzijnsverlies door arbeids gerelateerd verzuim eigen organisatie (EUR/jaar) |
Waardering
Monetariseringscoëfficiënt | Eenheid |
103.048 | EUR/ Disability Adjusted Life Years (schaal 0-1), zie Handboek impactmeting infrabedrijven |
Bronnen
Werkgerelateerd verzuim | Interne data Vitens; TNO Arbobalans 2018 |
Aantal ongevallen | Ongevallenrapportage LTIF |
Disability Weights | Global Health Data Exchange (2017); GBD 2017 Disability Weights; Nederlands Centrum voor Beroepziekten (2016); Haagsma et al. (2016) |
Attributie
Voor werkgerelateerde uitval en ongevallen ligt de primaire verantwoordelijkheid bij Vitens. De gebruikte attributiefactor is 69 procent.
Impacts op financieel kapitaal
Indicator
De impacts op financieel kapitaal omvatten de waarde van financiële stromen van en naar Vitens voor stakeholders. Uitgaande stromen, zoals een betaling van Vitens aan een stakeholder is een positieve impact voor de stakeholder. Uitgaande stromen, zoals een betaling van een stakeholder aan Vitens is een negatieve impact voor de stakeholder. De impacts zijn opgebouwd uit het geconsolideerde kasstroomoverzicht van Vitens.
Beperkingen
Het meten van impacts op financieel kapitaal heeft als doel om een overzicht te geven van de kasstromen die naar de organisatie gaan en hoe deze vervolgens verdeeld worden over de stakeholders. Voor traceerbaarheid en herkenbaarheid van de resultaten is voor iedere impact een combinatie van posten uit het kasstroomoverzicht geselecteerd die dit het beste representeert. In werkelijkheid is de stroom naar verschillende stakeholders niet geheel vastgelegd in deze overzichten, personeelskosten komen bijvoorbeeld niet in hun geheel terecht bij de werknemers.
Berekeningen
Voor de impacts op financieel kapitaal worden de impacts onderverdeeld aan de hand van de betreffende financiele stromen uit het kasstroomoverzicht. Onder een korte omschrijving en overzicht van de opgenomen posten per indicator.
Variabele | Toelichting | Opgenomen posten uit kasstroomoverzicht Vitens |
Betalingen aan leveranciers | Uitgaande kasstromen met betrekking tot de inkoopposten, overige bedrijfskosten en de investeringen (minus geactiveerde productie) | Droogteschades, exploitatie crediteuren, investering crediteuren, betalingsverkeer |
Balans van betaalde en ontvangen rente | Kasstromen vanuit de financieringsactiviteiten en (des)-investeringen in financiële activa en het werkkapitaal | Aflossing/rente, Rente R/C |
Betalingen aan werknemers | Hieronder vallen de personeelskosten (de kosten die de organisatie betaalt aan haar werknemers). | Loonbelasting, salarissen, ABP/sociale lasten |
Balans van betaalde belastingen en ontvangen subsidies | Betaalde belastingen (zoals winstbelasting of waterbelastingen) min eventuele ontvangen subsidies | BOL, BTW, Gemeentelijke heffingen, grondwaterbelasting, |
Netto winst/verlies | Als de organisatie nettowinst maakt, is een positieve impact voor de organisatie en haar aandeelhouders. Bij nettoverlies is dit negatief. | Eindtotaal kasstromen |
Betalingen door klanten | Omzet van de organisatie, eventueel verdeeld naar klein- en grootverbruikers | Debiteuren water OLA |
Overige betalingen door externe stakeholders aan de organisatie | Overige opbrengsten (dus de overige baten) zoals externe omzet en overige opbrengsten excl. verkopen, incl. aangetrokken kapitaal | Debiteuren niet-water, UG-HL, Verkoop MVA, Facturatie BV, Kasgeldlening, Nieuwe lening, Saldoregulatie |
Overige betalingen van de organisatie aan externe stakeholders | Overige uitgaves | n.v.t. |
Waardering
Voor herkenbaarheid en haalbaarheid wordt een euro voor elke stakeholder gelijk gewaardeerd. Zo wordt elke euro aan werknemers gelijk gewaardeerd voor elke werknemer, en wordt deze euro gelijk gewaardeerd aan een euro die aan dividend wordt uitgekeerd.
Bronnen
Cashtransacties 2022 | Kasstroomoverzicht Vitens 2022 |
Attributie
Voor de impacts op financieel kapitaal ligt de volledige verantwoordelijkheid bij Vitens. De gebruikte attributiefactor is 100 procent.
Attributie
Impacts worden op verschillende manieren geattribueerd, zoals beschreven hierboven. Deze verdeling over stakeholders is gebaseerd op basis van (i) verantwoordelijkheid en (ii) aandeel in de keten. De attributieberekening gaat volgens drie stappen, gebaseerd op IAM Supplement Impact Contribution, zie Handboek.
Stap 1: classificatie op basis van verantwoordelijkheid
Attributie- type | Omschrijving | Impact-indicator |
1 | Overwegend interne effecten | Alle indicatoren op financieel kapitaal |
2a | Attributiefactor voor externe impacts met primaire verantwoordelijkheid bij de netwerkorganisatie (direct) met betrekking tot de gehele keten | Bijdrage aan klimaatverandering door broeikasgasemissies (direct - eigen organisatie) |
Beperking van klimaatverandering (direct – eigen operaties) | ||
Beperking van klimaatverandering (indirect - upstream) | ||
Niet-fatale ongevallen | ||
Fatale ongevallen | ||
Andere werkgerelateerde uitval | ||
Welzijnseffecten door het hebben van werk | ||
2b | Attributiefactor voor externe impacts met primaire verantwoordelijkheid niet bij netwerkorganisatie (indirect) met betrekking tot de gehele keten | Bijdrage aan klimaatverandering door broeikasgasemissies (indirect - upstream) |
3 | Attributiefactor voor externe impacts zonder primaire verantwoordelijke in de gehele keten | Geen indicatoren in deze impactanalyse |
Stap 2: berekening van economisch toegevoegde waarde
Als tweede stap wordt voor de waardeketen van Vitens de economisch toegevoegde waarde geschat. Hier is geanalyseerd welk deel van de drinkwaterprijs naar Vitens gaat en welke delen naar leveranciers over andere ketenpartners. Dit aandeel van Vitens is geschat op 39 procent.
Stap 3: berekening van attributiefactoren
De attributiefactoren worden bepaald als combinatie van attributietype en (voor type 2 en 3) de economisch toegevoegde waarde. De combinatie van stap 1 en 2 conform methodiek zoals beschreven in IAM Supplement Impact Contribution leidt tot de attributiefactoren per impact-indicator die opgenomen zijn in toelichtingen per impact.
Rapportage
In het jaarverslag 2022 van Vitens rapporteren we onderstaande impacts.
Natuurlijk kapitaal | Bijdrage aan klimaatverandering |
Beperking van klimaatverandering | |
Menselijk kapitaal | Ongevallen en uitval medewerkers |
Welzijnseffecten door het hebben van werk | |
Financieel kapitaal | Betalingen aan leveranciers |
Betalingen aan werknemers | |
Betaalde rente | |
Belanstingen | |
Overige opbrengsten | |
Financiële kosten klanten | |
Netto winst/verlies |